Uit de media
- Category: Uit de media
- Written by Jo en Elly Everaert-Martens
NEDERLAND IS NU EEN PARKLANDSCHAP GEWORDEN!
Gladgeschoren weiden, kilometers asfalt, industrieterreinen en kaarsrecht geploegde akkers:
Het Nederlandse landschap is bijna volledig door mensenhanden gemaakt.
Toch is Nederland gevormd door natuurkrachten.
Sporen van geweldige oerkrachten die eens aan het werk waren zijn nog op veel plekken te zien, ook al doen we erg ons best om ze aan te harken, af te vlakken en recht te trekken. De eerste mensen trokken ons gebied binnen en hebben dat herschapen naar hun voortschrijdende behoefte, naar hun idee van welvaart.
Een zilte zeelucht waait over de open kustvlakte. Zwevend over het landschap speurt een zeearend naar prooi. Aan de oever van een kreek oogsten de eerste kustbewoners een bosje zeekraal.
In de verte beschermt een lage duinenrij het kweldergebied tegen de zee.
De mens heeft bezit genomen van het kustgebied, maar storm en springvloed kunnen het land elk moment weer onder water zetten.
Voorheen bewoonde de mens alleen nog de rivierterrassen langs de Maas in Limburg en de hogere zandgronden, maar in het Midden-Holoceen wagen de prehistorische Nederlanders zich ook in de kustzone.
Om aan voedsel te komen jagen en vissen ze in het erachter gelegen laaglandmoeras.
Langzamerhand gaan ze ook landbouw bedrijven.
Onder invloed van de mens maakt de natuurlijke vegetatie steeds meer plaats voor een cultuurlandschap.
Hoe werd ons gebied en hoe werden de landschappen gevormd.
Opheffing en daling van het aardoppervlak met ijs, wind, rivieren, zee en leven hebben zes uiteenlopende landschappen in ons land geboetseerd. Het Zuid-Limburgse Heuvellandschap is ons oudste landschap. Opheffing en insnijding door rivieren hebben hier geleid tot grote hoogteverschillen. In grote delen van Noord- Midden- en Zuid-Nederland vindt men Zandlandschappen. Hier zijn nog steeds veel geologische sporen te zien die het resultaat zijn van de werking van wind en ijs. Tussen de hoger gelegen zandlandschappen ligt het Rivierengebied. Woeste stromen en rustig kabbelend water hebben dit landschap vormgegeven. In nat Nederland groeide moerassen zo onstuimig dat ze een levend landschap vormden: de Veenlandschappen. Leven is ook een geologische factor van betekenis. Langs de kust was de zee de grootste landschapsbepaler. Als resultaat vind je langs de gehele kust het Zeekleilandschap. Op de grens van land en water ligt nog een ander landschap: De Duinen . Het is ons jongste en tevens meest actieve landschap: zee en wind zijn er nog dagelijks aan het werk.
HEUVELLANDSCHAP
Ons eigen stukje buitenland', zo wordt het Zuid-Limburgse heuvellandschap vaak in vakantiefolders aangekondigd.
Grote hoogteverschillen, stromende beken waarin forellen zwemmen, wegen met echte haarspeldbochten, gevaarlijk diepe kalksteengroeves, kilometerslange mijngangen waarin je kunt verdwalen, indrukwekkende steile randen en schitterende vergezichten.
Nergens anders is in Nederland een gevarieerder mozaïek van landschapselementen te vinden. Onder het oppervlak ligt een afwisselende geologie, die gedomineerd wordt door kalksteen uit het Krijttijdperk. Dit zeventig miljoen jaar oude restant van een tropisch warme zee zit vol prehistorische sporen, zoals skeletten van roofzuchtige maashagedissen.
ZANDLANDSCHAPPEN
Barre ijstijden hebben veel landschappelijks teweeg gebracht in Nederland.
Dankzij de invloed van kou en ijs kun je nu een woestijnervaring opdoen op een van de uitgestrekte zandverstuivingen in Noord-Brabant, of op zestig meter boven NAP van een schitterend uitzicht genieten op de Holterberg in Overijssel, of proberen een tonnenzware granieten steen teverplaatsen van een hunebed in Drenthe.
Het zand op een zandverstuiving is door een snijdende noordenwind aangevoerd in een tijd dat Nederland in een poolwoestijn lag.
De Holterberg, maar ook de veel bekendere stuwwallen van de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug zijn opgeduwd door enorme gletsjers die ooit tot het midden van Nederland reikten.
Deze gletsjers brachten zwerfstenen mee uit Scandinavië, waaronder de reusachtige keien waarvan de hunebedbouwers hun grafmonumenten bouwden.
Tussen de restanten van het ijsgeweld is het zandlandschap vooral het resultaat van oude rivieren, van Maas en Rijn, maar ook van de Eridanos, een verdwenen Noord-Europese superrivier met Amazone-achtige proporties.
RIVIERENGEBIED
Nederland is het afvoerputje van Europa. Voortdurend voeren rivieren zand, grind en ander erosiemateriaal aan uit verre berggebieden en alles wordt bij ons gedumpt.
Laag op laag is zo het land ontstaan waarop we leven. Nederland is in feite een enorme rivierdelta. In het verleden was het meermaals één grote riviervlakte.
Hierin stroomden woeste rivieren die ongehinderd hun bedding verlegden en overal zand- en grindbanken opruimden en weer opbouwden.
Tegenwoordig is het rivierengebied beperkter van omvang en kabbelen Maas, Rijn en IJssel rustig voort, in bedwang gehouden door kribben en dijken. In de laatste decennia wordt in het kader van natuurontwikkeling geprobeerd om de rivieren meer te bevrijden uit het korset van dijken. Natuurlijke processen kunnen zo weer hun gang gaan.
ZEEKLEIGEBIED
Als je aan de kust van Groningen of Friesland het wad op gaat dan word je gelijk de zompige zeeklei ingezogen. Wat weinigen zullen beseffen is dat zeeklei behalve aan de waddenkust ook in grote delen van West-Nederland aan het oppervlak ligt. Talloze Nederlandse akkers en weilanden, van Groningen tot Zeeland, liggen op zeekleilagen. Geen wonder, want enkele duizenden jaren geleden was een groot deel van West- en Noord-Nederland een waddengebied.
DUINEN
Een van de favoriete tijdbestedingen van Nederlanders is een dagje naar het strand - als het lekker weer is tenminste.
Zonnebaden, schelpen zoeken, een duik in zee, langs de waterlijn lopen, wat wil je nog meer? In ieder geval niet een klim recht omhoog het duin op. De verlokkelijke rij zandheuvels die de strandbezoeker begroet is namelijk op veel plaatsen afgezet met prikkeldraad: verboden toegang! Een teleurstelling voor spelende kinderen, maar het prikkeldraad staat er natuurlijk niet voor niets.
Duinen zijn een onmisbare schakel in de kustverdediging. Geen ander landschap is voor onze veiligheid zo belangrijk als het duinlandschap, dus kunnen we er maar beter vanaf blijven.
VEENLANDSCHAP
Als je het kaartje ziet, dan lijkt het veenlandschap te bestaan uit wat schamele resten. Toch bedekten veenmoerassen eens het merendeel van het Nederlandse laagland en grote delen van het hogergelegen achterland.
Tot ver in de middeleeuwen lieten Nederlanders deze gebieden onaangeroerd, want het was er nat en onbegaanbaar en bovendien stikte het er van de muggen. Ook de Romeinen hadden een hekel aan de veenmoerassen, waarin ze met hun zware uitrusting gemakkelijk vastliepen. Vanaf de elfde eeuw ging men de veenmoerassen ontginnen: er werd turf gewonnen die als brandstof werd gebruikt. Grote delen van het laagveen werden afgegraven. De hoogveengebieden kwamen pas later aan de beurt.
Nog tot ver in de twintigste eeuw waren er in het noorden van ons land uitgestrekte veengebieden waarin je gemakkelijk kon verdwalen.
Tot slot:
Natuurlijk heeft een mens altijd een hunkering naar het verleden.
Nu we in een periode van grote welvaart leven, werken een bijzaak aan het worden is en vrije tijdsbesteding gevoelsmatig voorrang moet krijgen in onze levensopvatting, is daaruit de GROENE BEWEGING ontstaan.
Maar hoe verantwoord zijn al die veranderingen en het terug willen naar een periode in de geschiedenis?
Hoe ver wil je terug?? Dus tegen wat gevormd is en zich verder zal vormen?
Vruchtbare polderlandschappen die ontdaan zijn van de bovenste kleilaag brengen een vegetatie voort die haaks staat op naast gelegen akkerlanden.
Al die nieuwe natuurgebieden vragen onderhoud en dat kost heel veel geld.
Onze boeren waren de landschapbeheerders die met enig gewin ons landschap onderhielden, maar niet ten laste waren aan onze maatschappij.
Ons land is te dicht bevolkt en is te veel cultuurlandschap geworden en moet straks een steeds groeiende bevolking kunnen huisvesten, zich kunnen verplaatsen en economisch het hoofd boven water zien te houden. Laten we onze aandacht richten op die gebieden in Europa en de Wereld om te behouden wat natuur daar nog is.
Niet het paard achter de wagen spannen in ons te kleine landje.
Jo Everaert met hulp uit Wikipeda.