Home
- Category: Uit de media
- Written by Jo en Elly Everaert-Martens
NEDERLAND IS NU EEN PARKLANDSCHAP GEWORDEN!
Gladgeschoren weiden, kilometers asfalt, industrieterreinen en kaarsrecht geploegde akkers:
Het Nederlandse landschap is bijna volledig door mensenhanden gemaakt.
Toch is Nederland gevormd door natuurkrachten.
Sporen van geweldige oerkrachten die eens aan het werk waren zijn nog op veel plekken te zien, ook al doen we erg ons best om ze aan te harken, af te vlakken en recht te trekken. De eerste mensen trokken ons gebied binnen en hebben dat herschapen naar hun voortschrijdende behoefte, naar hun idee van welvaart.
Een zilte zeelucht waait over de open kustvlakte. Zwevend over het landschap speurt een zeearend naar prooi. Aan de oever van een kreek oogsten de eerste kustbewoners een bosje zeekraal.
In de verte beschermt een lage duinenrij het kweldergebied tegen de zee.
De mens heeft bezit genomen van het kustgebied, maar storm en springvloed kunnen het land elk moment weer onder water zetten.
Voorheen bewoonde de mens alleen nog de rivierterrassen langs de Maas in Limburg en de hogere zandgronden, maar in het Midden-Holoceen wagen de prehistorische Nederlanders zich ook in de kustzone.
Om aan voedsel te komen jagen en vissen ze in het erachter gelegen laaglandmoeras.
Langzamerhand gaan ze ook landbouw bedrijven.
Onder invloed van de mens maakt de natuurlijke vegetatie steeds meer plaats voor een cultuurlandschap.
Hoe werd ons gebied en hoe werden de landschappen gevormd.
Opheffing en daling van het aardoppervlak met ijs, wind, rivieren, zee en leven hebben zes uiteenlopende landschappen in ons land geboetseerd. Het Zuid-Limburgse Heuvellandschap is ons oudste landschap. Opheffing en insnijding door rivieren hebben hier geleid tot grote hoogteverschillen. In grote delen van Noord- Midden- en Zuid-Nederland vindt men Zandlandschappen. Hier zijn nog steeds veel geologische sporen te zien die het resultaat zijn van de werking van wind en ijs. Tussen de hoger gelegen zandlandschappen ligt het Rivierengebied. Woeste stromen en rustig kabbelend water hebben dit landschap vormgegeven. In nat Nederland groeide moerassen zo onstuimig dat ze een levend landschap vormden: de Veenlandschappen. Leven is ook een geologische factor van betekenis. Langs de kust was de zee de grootste landschapsbepaler. Als resultaat vind je langs de gehele kust het Zeekleilandschap. Op de grens van land en water ligt nog een ander landschap: De Duinen . Het is ons jongste en tevens meest actieve landschap: zee en wind zijn er nog dagelijks aan het werk.
HEUVELLANDSCHAP
Ons eigen stukje buitenland', zo wordt het Zuid-Limburgse heuvellandschap vaak in vakantiefolders aangekondigd.
Grote hoogteverschillen, stromende beken waarin forellen zwemmen, wegen met echte haarspeldbochten, gevaarlijk diepe kalksteengroeves, kilometerslange mijngangen waarin je kunt verdwalen, indrukwekkende steile randen en schitterende vergezichten.
Nergens anders is in Nederland een gevarieerder mozaïek van landschapselementen te vinden. Onder het oppervlak ligt een afwisselende geologie, die gedomineerd wordt door kalksteen uit het Krijttijdperk. Dit zeventig miljoen jaar oude restant van een tropisch warme zee zit vol prehistorische sporen, zoals skeletten van roofzuchtige maashagedissen.
ZANDLANDSCHAPPEN
Barre ijstijden hebben veel landschappelijks teweeg gebracht in Nederland.
Dankzij de invloed van kou en ijs kun je nu een woestijnervaring opdoen op een van de uitgestrekte zandverstuivingen in Noord-Brabant, of op zestig meter boven NAP van een schitterend uitzicht genieten op de Holterberg in Overijssel, of proberen een tonnenzware granieten steen teverplaatsen van een hunebed in Drenthe.
Het zand op een zandverstuiving is door een snijdende noordenwind aangevoerd in een tijd dat Nederland in een poolwoestijn lag.
De Holterberg, maar ook de veel bekendere stuwwallen van de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug zijn opgeduwd door enorme gletsjers die ooit tot het midden van Nederland reikten.
Deze gletsjers brachten zwerfstenen mee uit Scandinavië, waaronder de reusachtige keien waarvan de hunebedbouwers hun grafmonumenten bouwden.
Tussen de restanten van het ijsgeweld is het zandlandschap vooral het resultaat van oude rivieren, van Maas en Rijn, maar ook van de Eridanos, een verdwenen Noord-Europese superrivier met Amazone-achtige proporties.
RIVIERENGEBIED
Nederland is het afvoerputje van Europa. Voortdurend voeren rivieren zand, grind en ander erosiemateriaal aan uit verre berggebieden en alles wordt bij ons gedumpt.
Laag op laag is zo het land ontstaan waarop we leven. Nederland is in feite een enorme rivierdelta. In het verleden was het meermaals één grote riviervlakte.
Hierin stroomden woeste rivieren die ongehinderd hun bedding verlegden en overal zand- en grindbanken opruimden en weer opbouwden.
Tegenwoordig is het rivierengebied beperkter van omvang en kabbelen Maas, Rijn en IJssel rustig voort, in bedwang gehouden door kribben en dijken. In de laatste decennia wordt in het kader van natuurontwikkeling geprobeerd om de rivieren meer te bevrijden uit het korset van dijken. Natuurlijke processen kunnen zo weer hun gang gaan.
ZEEKLEIGEBIED
Als je aan de kust van Groningen of Friesland het wad op gaat dan word je gelijk de zompige zeeklei ingezogen. Wat weinigen zullen beseffen is dat zeeklei behalve aan de waddenkust ook in grote delen van West-Nederland aan het oppervlak ligt. Talloze Nederlandse akkers en weilanden, van Groningen tot Zeeland, liggen op zeekleilagen. Geen wonder, want enkele duizenden jaren geleden was een groot deel van West- en Noord-Nederland een waddengebied.
DUINEN
Een van de favoriete tijdbestedingen van Nederlanders is een dagje naar het strand - als het lekker weer is tenminste.
Zonnebaden, schelpen zoeken, een duik in zee, langs de waterlijn lopen, wat wil je nog meer? In ieder geval niet een klim recht omhoog het duin op. De verlokkelijke rij zandheuvels die de strandbezoeker begroet is namelijk op veel plaatsen afgezet met prikkeldraad: verboden toegang! Een teleurstelling voor spelende kinderen, maar het prikkeldraad staat er natuurlijk niet voor niets.
Duinen zijn een onmisbare schakel in de kustverdediging. Geen ander landschap is voor onze veiligheid zo belangrijk als het duinlandschap, dus kunnen we er maar beter vanaf blijven.
VEENLANDSCHAP
Als je het kaartje ziet, dan lijkt het veenlandschap te bestaan uit wat schamele resten. Toch bedekten veenmoerassen eens het merendeel van het Nederlandse laagland en grote delen van het hogergelegen achterland.
Tot ver in de middeleeuwen lieten Nederlanders deze gebieden onaangeroerd, want het was er nat en onbegaanbaar en bovendien stikte het er van de muggen. Ook de Romeinen hadden een hekel aan de veenmoerassen, waarin ze met hun zware uitrusting gemakkelijk vastliepen. Vanaf de elfde eeuw ging men de veenmoerassen ontginnen: er werd turf gewonnen die als brandstof werd gebruikt. Grote delen van het laagveen werden afgegraven. De hoogveengebieden kwamen pas later aan de beurt.
Nog tot ver in de twintigste eeuw waren er in het noorden van ons land uitgestrekte veengebieden waarin je gemakkelijk kon verdwalen.
Tot slot:
Natuurlijk heeft een mens altijd een hunkering naar het verleden.
Nu we in een periode van grote welvaart leven, werken een bijzaak aan het worden is en vrije tijdsbesteding gevoelsmatig voorrang moet krijgen in onze levensopvatting, is daaruit de GROENE BEWEGING ontstaan.
Maar hoe verantwoord zijn al die veranderingen en het terug willen naar een periode in de geschiedenis?
Hoe ver wil je terug?? Dus tegen wat gevormd is en zich verder zal vormen?
Vruchtbare polderlandschappen die ontdaan zijn van de bovenste kleilaag brengen een vegetatie voort die haaks staat op naast gelegen akkerlanden.
Al die nieuwe natuurgebieden vragen onderhoud en dat kost heel veel geld.
Onze boeren waren de landschapbeheerders die met enig gewin ons landschap onderhielden, maar niet ten laste waren aan onze maatschappij.
Ons land is te dicht bevolkt en is te veel cultuurlandschap geworden en moet straks een steeds groeiende bevolking kunnen huisvesten, zich kunnen verplaatsen en economisch het hoofd boven water zien te houden. Laten we onze aandacht richten op die gebieden in Europa en de Wereld om te behouden wat natuur daar nog is.
Niet het paard achter de wagen spannen in ons te kleine landje.
Jo Everaert met hulp uit Wikipeda.
- Category: Persbericht
- Written by Jo en Elly Everaert-Martens
Bijna 5 miljoen voor onderhoud natuur in Zeeland.
FOTO VAN OMROEP ZEELAND.
Dat boeren gecompenseerd worden is een goede zaak.
Het bemoeien van hoger hand op aanstichten van natuurorganisaties hebben talloze poldergebieden in ons "Landje Apart" veranderd in wildgroei. En wie gaat dat onderhouden?? Wat heeft dat tot gevolg voor het eeuwenlange evenwicht dat is opgebouwd?? Wildgroei waar juist de boeren last van hebben.
Dat ze op verzoek van de natuurbeweging bloemendijken en akkerranden hebben ingericht, verfraaien zeker het landschap, maar brengen economisch geen winst op, Maar kost immers gemeenschapsgeld.
Boeren onderhielden gratis ons landschap.
Nu moeten ze betaald worden voor wat de een prachtig vindt en de ander flauwe kul.
ONS LAND IS VANAF DE VROEGE MIDDELEEUWEN HERSCHAPEN IN EEN PARKLANDSCHAP WAARIN BESCHERMDE NATUURGEBIEDEN ZOALS DE VELUWE, ZANDVERSTUIVINGEN, HET NAARDERMEER, DRENTHE MET DE HEIDE EN DE HUNEBEDDEN DOOR ONS IN DE OORSPRONKELIJKE STAAT WORDEN GEHOUDEN.
MAAR DE NATUUR HELEMAAL ZIJN GANG LATEN GAAN....
DE OOSTVAARDERPLASSEN TONEN DE NEDERLAAG AAN ALS MEN DAT DOET.
WANT DAN MOET ER TOCH WEER INGEGREPEN WORDEN, DOOR BIJVOEDEREN OF AFSCHIETEN.
Reactie van Jo Everaert.
- Category: Persbericht
- Written by Jo en Elly Everaert-Martens
NEDERLAND IS EEN PARKLANDSCHAP.
Geschreven door Jo Everaert geboren in 1933, gewerkt in het lager- en voortgezet onderwijs.
Houdt zich nu o.a. bezig met het invullen van artikelen op deze website.
Uiteraard betrokken bij Ontpoldering.
Nederland een parklandschap dus:
Als we ons land moeten vergelijken met andere landen in Europa blijkt dat bijna het hele landschap door de mens is aangelegd en ook weer geherstructureerd.
De laatste ijstijd heeft ons land wat heuvelachtig gemaakt, maar was bedekt met heide en bossen, moerasgebieden doorsneden met grote en kleine rivieren. Door ingrijpen van de mens is veel hiervan verloren gegaan aan bebouwing en industrie, landbouw- en veeteelt , rivieren gekanaliseerd, meren drooggemalen en door oorlogshandelingen weer delen aan het water teruggegeven.
Wat overbleef als “natuur”, werd keurig bijgehouden en ingepast in het Parklandschap.
De Groene Beweging ijvert zich nu om gebieden terug naar de natuur te brengen maar miskijkt zich op het onderhoud.
Zij doorbreekt het ontstane evenwicht met alle gevolgen van dien.
Door dieren te beschermen ontstaat er overvloed of worden andere dieren uitgeroeid. Geldt ook voor planten.
Boeren worden beboet omdat er distels op hun land groeien afkomstig van de verwaarloosde natuurgebieden.
Of...Meeuweneieren werden vroeger op de waddeneilanden door de arme bevolking vroegtijdig geraapt zodat de populatie beperkt werd (geen natuurlijke vijanden daar). Natuur vraagt om evenwicht.
Laat ik me nu beperken tot Zeeuwsch-Vlaanderen.
Na de protesten tegen ontpoldering in het Theater in Terneuzen, bijna 10 jaar geleden, werd er een commissie benoemd om burgers ideeën te laten geven inzake oplossingen voor het probleem ontpoldering.
Geen enkel idee werd echter gehonoreerd. Dat was gewoon een doekje tegen het bloeden.
Het stond toen vast dat niet alleen de Hedwige onder water moest maar ook een reeks andere polders die grensden aan de Westerschelde.
Argumenten waren voedsel- en voortplanting voor vogels en vissen en de veiligheid.
Intussen is gebleken dat die oplossing het probleem niet oplost maar juist erger maakt.
Toch blijft afspraak is afspraak! Zoals onschuldigen nog in de gevangenis zitten omdat er toen eenmaal recht is gesproken.
Hoe krom kan recht zijn!
Na de ijstijd begon het zeewater te stijgen in de laagvlakte tussen Engeland en laten we zeggen Duitsland.
Ik leerde vroeger dat dit een geologisch dalingsveld is. Dus nu ook nog.
De natuur vormde toen een soort strandwal die vanaf Denemarken tot aan de Franse kust het zeewater tegen begon te houden zodat de rivieren op het door het moeras gevormde veen bedekt konden worden met rivierslib. De zogenaamde hafklei ( ook toen weer geleerd)
Ieder weet dat binnen enkele eeuwen kleine klimaatsveranderingen ontstaan , zodat de zoetwaterafwateringsrivier , de Honte, rond het jaar 1000 door opstuwend zeewater( veel Noordwesterstormen) verbinding kreeg met de Schelderivier ter hoogte van Perkpolder.
Het water zoekt altijd de kortste weg en ook richting de evenaar zodat we een Wester- en Oosterschelde kregen.
En ja de mens had intussen delen van het land (schorren) die bij gewone vloed droog bleven gebruikt om schapen te houden en de lagere delen bedijkt om nog meer schapen te kunnen houden en zo ontstonden de polders. In een PARKLANDSCHAP!
Die polders veranderden in landbouw- en veeteelt gebieden en toen die door storm werden overspoeld , herstelde de mens die met man en macht . Kloosters maakten daar een levenswerk van ook om zich te verrijken.
Maar de lukte niet meer toen de 80-jarige oorlog uitbrak en vriend en vijand de dijken doorstaken en het mooie poldergebied veranderde in een landschap van eilanden met geulen en kreken.
Immers kloosters werden vernield en kloosterlingen verjaagd. Wie moest nog iets herstellen??
Zeeuwsch-Vlaanderen werd afgesloten van haar leefgebied, van haar handel en cultuur.
Het gebied werd een veiligheidszone tegen de vijand. Van 1600 tot 1800 twee eeuwen lang.
Alleen van belang om de scheepvaart op Antwerpen stil te leggen en Vlaanderen te isoleren.
Natuurlijk werden later polders door eigenaren uit Holland en Zeeland (Vadertje Cats) opnieuw bedijkt maar oorlogen met Frankrijk brachten opnieuw verwoesting en ellende.
Na elke polder die bedijkt wordt ontstaat ook opnieuw tegen die dijk aan nieuw land.
Elke delta slibt hoog op.
Had de mens geen dijken aangelegd dan had heel Zeeuwsch-Vlaanderen nu ook hoog boven NAP gelegen zoals Het Verdronken Land van Saeftinge nu. Dan was de Honte weer dichtgeslibd en…….was er geen industrie en scheepvaart voor Antwerpen meer geweest..
Wat willen die Groene liefhebbers nu???
Zich bemoeien bij een ander zolang het niet in hun eigen achtertuin is??.
Wat me daarbij opvalt is dat het merendeel van deze figuren ambtenaren, gezagdragers, vroeg gepensioneerden en anderen zijn die veel tijd hebben.
Het hardwerkend gedeelte van onze bevolking ergert zich al jaren aan degenen die ten koste van onze maatschappij leven en zich daar ook nog mee bemoeien. Ieder die hard werkt heeft daar geen tijd voor!!
Hoe kwam een en ander dan tot stand?
Naar mijn bescheiden mening door “Achterkamertjespolitiek”.
Vlaanderen en Nederland wilden overeenstemming met betrekking tot veiligheid, gebruik en natuurbescherming van de Scheldedelta.
Antwerpen zocht uitbreiding en verdieping van de Schelde maar werd gegijzeld door de natuurbeweging in Vlaanderen.
De natuurbeweging dreigde bij elke uitbreiding van de haven tot aan de hoogste rechterbank te gaan als er geen natuurcompensatie kwam.
Vanuit Nederland dreigde die natuurbeweging met hetzelfde in verband met de verdere uitdieping.
Polders moesten onder water!!
De Vlaamse en Nederlandse regeringen zwichtten hiervoor!!
Wederzijdse afspraken werden binnenkamers ook met de provincie (Gedeputeerden) geregeld .
Ook andere zaken zoals de HSLijn met het Fyra-fiasco tot gevolg zullen zeker daar in zijn meegenomen?
Zonder enig draagvlak bij de bevolking regelingen door de strot heen duwen, vraagt om moeilijkheden.
Het resultaat:
De Schelde is verdiept , de Antwerpse haven breidt massaal uit, ook daar ten koste van goede landbouwgronden, en worden mensen van hun geboortegrond verjaagd.
Datzelfde is gebeurd en gaat ook verder gebeuren in ons “Landje Apart”.
De H.S.Lijn. is een fiasco geworden met miljoenen schade.
MAAR……
De natuur zelf heeft lak aan de natuurbeweging en zet in de komende 50 jaar vervuild en verontreinigd slib af bij Perkpolder en in de Hedwige tot die gronden weer net zo hoog liggen als het “Verdronken Land van Saeftinghe” nu.
DE WAANZIN TEN TOP!!
- Category: Nieuwsbrieven
- Written by Jo en Elly Everaert-Martens
Beste lezers van de Nieuwsbrief Red onze Polders,
Ter herinnering hierbij nogmaals de data voor de film en de lezing.
De datum van de film in Terneuzen is gewijzigd van 6 oktober naar 20 oktober 20 uur.
De planning van de lezingen door Chris de Stoop over zijn boek:
“Dit is mijn Hof”
Middelburg Drukkerij 2 oktober/ 16.00 uur
Terneuzen Porgy en Bess 6 oktober/ 20.00 uur (reserveren gewenst)
Goes Paard van Troye 28 oktober/ 20.00 uur
Zeer aan te bevelen! Tickets bij bovenstaande adressen te verkrijgen.
Documentaire over de ontpoldering van De Hertogin Hedwigepolder:
Onder de Oppervlakte.
.Dit.
Midde Cinema Middelburg |
4 okt / 15:00 uur |
t Bee Goes ‘t Beest | 8 okt / 20:00 uur |
Oostb Oostburg Ledeltheater | 11-okt |
Zierik Zieirikzee Fizi | 14 okt/20.00 uur |
Terneuzen CineCity | 20-okt/ 20.00 uur |
Na afloop is er nabespreking met de filmmaakster Digna Sinke.
Vriendelijke groet
Nout en Magda de Feijter
- Category: Nieuwsbrieven
- Written by Jo en Elly Everaert-Martens
Beste lezers van de Nieuwsbrief Red onze Polders,
Ter herinnering hierbij nogmaals de data voor de film en de lezing.
De datum van de film in Terneuzen is gewijzigd van 6 oktober naar 20 oktober 20 uur.
De planning van de lezingen door Chris de Stoop over zijn boek:
“Dit is mijn Hof”
Middelburg Drukkerij 2 oktober/ 16.00 uur
Terneuzen Porgy en Bess 6 oktober/ 20.00 uur (reserveren gewenst)
Goes Paard van Troye 28 oktober/ 20.00 uur
Zeer aan te bevelen! Tickets bij bovenstaande adressen te verkrijgen.
Documentaire over de ontpoldering van De Hertogin Hedwigepolder:
Onder de Oppervlakte.
.Dit.
Midde Cinema Middelburg |
4 okt / 15:00 uur |
t Bee Goes ‘t Beest | 8 okt / 20:00 uur |
Oostb Oostburg Ledeltheater | 11-okt |
Zierik Zieirikzee Fizi | 14 okt/20.00 uur |
Terneuzen CineCity | 20-okt/ 20.00 uur |
Na afloop is er nabespreking met de filmmaakster Digna Sinke.
Vriendelijke groet
Nout en Magda de Feijter
- Category: Uit de media
- Written by Jo en Elly Everaert-Martens
PROMETHEUS ORGANISEERT EEN LEZING VAN CHRIS DE STOOP OP DINSDAG 6 OKTOBER IN PORGY&BESS TE TERNEUZEN.
AANVANG 20.00 UUR / TOEGANGSPRIJS € 10,-
Hoe de boeren definitief verdwijnen uit de Antwerpse en Zeeuwsch-Vlaamse polders!
CHRIS DE STOOP (1958) is een Vlaams auteur en journalist, die werkt voor het weekblad Knack.
Hij studeerde van 1976 tot 1980 Germaanse talen aan de K.U. Leuven en volgde daarna nog een extra jaar Communicatiewetenschappen.
Dhr. De Stoop, opgegroeid in de polderstreek van het noorden van het Waasland, vertelt met veel enthousiasme over zijn jeugd en zijn literaire projecten.
DIT IS MIJN HOF.
Begin september verschijnt het nieuwe boek van Chris de Stoop
Dit is mijn hof, waarin hij beschrijft hoe de boeren definitief verdwijnen uit de Antwerpse en Zeeuwssch-Vlaamse polders.
Zijn eerste lezing hierover is op 6 oktober in Porgy&Bess.
De Hedwigepolder, de beroemdste polder van de lage landen, schrijlings op de Zeeuwsch-Vlaamse grens, moet en zal onder water worden gezet.
De polder is symbool geworden voor het oude boerenland dat moet wijken voor nieuwe natuurgebieden.
Dit raakt de bevolking diep in de ziel.
Dhr.Chris de Stoop, zelf een boerenzoon uit de streek, keert terug naar de ouderlijke boerderij die van de ene op de andere dag leeg is komen te staan.
Terwijl De Stoop de boerderij bestiert, kijkt hij naar het veranderde landschap om zich heen.
Hij is zo iemand die nog in vervoering kan raken van een mooi gevormde koe. Hij kan nog lyrisch worden van een vers geploegde akker.
Hij kijkt terug op het boerenleven dat het land maakte tot wat het was, duizend jaar lang.
En hij kijkt met verbijstering naar wat het geschonden en geradbraakte land inmiddels geworden is.
Het ellendige verdwijnen van de boeren doet zich in heel Europa voor, maar nergens zo schrijnend als hier.
Vijftien jaar geleden nam Chris de Stoop zijn intrek in het toen nog bloeiende polderdorp Doel, dat moest wijken voor haven en industrie.
Hij schreef er zijn boek De bres. Nu ziet De Stoop opnieuw de graafmachines oprukken en eeuwenoude hoeves verdwijnen, maar dit keer voor nieuwe natuur.
Toegangskaarten via www.porgyenbess.nl of Boekhandel van de Sande, Noordstraat 55 te Terneuzen. 0115-612073.
- Category: Uit de media
- Written by Jo en Elly Everaert-Martens
Ir W.B.P.M. Lases is waterbouwkundige.
Soms is ‘nieuwe natuur’ slecht voor de natuur
Met de afgraving van de zeedijk van de oostelijke Perkpolder in ZeeuwsVlaanderen is vorige MAAND de volgende ontpoldering begonnen.
Natuur is kostbaar, betoogt de paus in zijn encycliek, maar niet iedere ingreep komt haar ten goede, stelt Wil Lases.
Met afgraven van de zeedijk van de oostelijke Perkpolder worden delen van drie twaalfdeeeuwse polders nieuwe zee.
In Kracht, het magazine van Rijkswaterstaat, van deze maand wordt vermeld dat het goed is voor de natuur in de Westerschelde en voor de recreatie.
noot redactie: Welke natuur? Hoezo recreatie? Natuurlijk een leuk project voor Rijkswaterstaat!
Het is voor een waterbouwkundige een geweldig project om te mogen uitvoeren.
Echter, de argumentatie die tot dit project geleid heeft, het negeren van alle negatieve aspecten en de slogan ‘natuurherstel Westerschelde’ deugen niet.
Het verbaast me keer op keer dat Rijkswaterstaat in weerwil van de ontwikkeling van de fysische natuur blijft aangeven dat het project goed is voor de natuur in de Westerschelde.
Integendeel, het project bevordert juist enigszins de achteruitgang van de natuur in de Westerschelde.
Dat geldt ook voor de projecten Hedwigepolder (Oost-Zeeuws-Vlaanderen) en Waterdunen (West-ZeeuwsVlaanderen).
Tegen de natuur
De natuur in de Westerschelde blijft door ons handelen in dit tijdperk gewoon achteruitgaan.
Wij blijven grond tegennatuurlijk uit de Westerschelde verliezen aan de veel te ruim gemaakte Zeeschelde (bij Antwerpen) en door zandwinning in de Westerschelde en de Zeeschelde.
Een verschuiving van ondiepe naar diepere natuur in de riviermonding blijft gewoon doorgaan. Projecten waarin van polders door afgravingen zee wordt gemaakt, helpen juist die verstoring.
Die projecten zorgen voor een extra onttrekking van grond (slib) aan de Westerschelde door opslibbing, omdat de projecten tegen de natuur ingaan.
Noot redactie:
Deze slib als voedsel voor de vissen en vogels bedoelt is NU vervuild omdat het verontreinigd wordt door industrie en vies rioolwater uit half Belgi:e.
Willen we een duurzamere ontwikkeling van de Westerschelde dan moeten we de kern van het probleem aanpakken en de grondbalans, die we verstoren, zoveel mogelijk weer op orde brengen.
Daarnaast moet het gesleep met specie in de Westerschelde tot een noodzakelijk minimum beperkt worden.
De fysische natuur bepaalt immers de ontwikkelingsmogelijkheden voor de biologie en het duurzame karakter er van.
Het is in de Westerschelde te doen, niet op het land.
Aan de wens om de teruggang van schorren te stoppen en aangroei te bevorderen is volop te voldoen in de natuurlijkheid van de Westerschelde zelf.
Verantwoordelijkheid In het plan Perkpolder worden gedeeltelijk drie zeldzame twaalfde-eeuwse polders vernield, de Perkpolder, de Noordhofpolder en de Noorddijkpolder.
Deze zijn onderdeel van een hoge nes in een binnenbocht van de Westerschelde, hebben weinig zee-invloed gekend en zijn ouder dan de Westerschelde.
Waarom dan een oostelijke Perkpolder, gelegen op één meter boven NAP, vier meter afgraven?
Die polders slibben zeer snel weer op. De introductie van verzilting in deze zoete polders is enorm met 10.000 mg Cl’/l.
De achterwaartse verzilting schijnt al merkbaar te worden.
Hiervoor is uit den treure gewaarschuwd. De voorziene maatregelen tegen verzilting werken nauwelijks.
Die verzilting gaat gewoon door, traag maar gestaag.
Voor een effectieve bestrijding van die verzilting naar het achterland door middel van een gesloten damwand over de volle lengte van de nieuwe zeedijk heeft de provincie Zeeland geen geld over.
Hoewel de provincie dit ‘nieuwe natuur’- plan heeft opgelegd, wenst zij haar verantwoordelijkheid in dezen niet te nemen.
Natuurvernietiging
Er is veel meer veen uitgekomen dan men verwacht had. Veen waar de natuur drie- tot vierduizend jaar over gedaan heeft om het te vormen. Het lag eerst op een hoop aan de lucht te verbranden (oxideren) en is nu verwerkt op landbouwgronden, waar het na enige jaren totaal verbrand zal zijn
Pure natuur- en grondvernietiging. Het is helemaal niet goed voor de natuur van het land, noch voor die in de Westerschelde.
Veiligheid
De veiligheid is minder geworden en recreatief is het veel minder, omdat de wereldberoemde Bloemendijk, de Kalverdijk en de historische oude loofrijke Noorddijksedijk slachtoffer zijn geworden.
Er is dus geen directe natuurbeleving meer.
Er komt slechts een enkele vogelkijkhut buiten het gebied, terwijl die polders zelf recreatief veel aantrekkelijker waren.
In de polders, waar zee van gemaakt is, is de veiligheid verdwenen en de mensen achter de nieuwe zeedijk zijn direct de klos als er wat gebeurt, terwijl er tot nu toe nog eerst polders voor lagen.
In het plan Perkpolder heeft geen archeologisch onderzoek plaats gevonden, hoewel verwachtingen van vroegmiddeleeuwse bewoning werden bevestigd door fotografi e vanuit de lucht van het gebied.
En dit allemaal om zelfbedachte natuur belangrijker te achten dan de zeldzame aloude natuur aldaar.
Alleen gewenst door de natuurorganisaties. Het is heel triest.
aldus: + Ir W.B.P.M. Lases is waterbouwkundige.
- Category: Persbericht
- Written by Jo en Elly Everaert-Martens
Toekomstkansen voor estuaria
Bij een inrichtingsplan voor de Zuidwestelijke Delta vormen de grote structurele systeemmaatregelen de basis.
Procesnatuur volgt de waterloopkundige sturing vanzelf. De fysische natuur bepaalt de levende natuur en niet andersom.
Het ruime zeegat Westerschelde kan pas een estuarien karakter krijgen na realisatie van een dam met kering in de monding of door forse verkleining van het met zee verbonden wateroppervlak, het liefst tot dicht tegen de stroomgeulen.
De overige plannen voor estuaria kampen eveneens met veel te grote wateroppervlakten.
Bij een open verbinding tussen Oosterschelde en Grevelingen of Volkerak ondermijnt de toename van de stroomsnelheden het evenwicht. Ook de Kier in de Haringvlietdam maakt de droom niet waar.
Een estuarium is alleen mogelijk bij oppervlaktevermindering. Dit kan aanvangen met het omkaden van hogere platen en de aanleg van grote zoetwaterbekkens. Natuurlijke verlanding zal dit in een later stadium voortzetten.
Het merendeel van het kostbare zoetwater verliezen we via de open Nieuwe Waterweg in zee en bij vloed stroomt het zout er de Maas op.
Zeesluizen verhogen de waterveiligheid en zullen de bordjes voor de delta verhangen. De landelijke verzilting, die jaarlijks toeneemt met zo’n 10.000 hectare, kan dan met het beschikbare rivierwater worden gekeerd en de problemen met zoetwatervoorziening zijn eenvoudig op te lossen.
Het omslagpunt zee en rivieren verplaatst zich tevens van de risicovolle Drechtsteden naar het Zuidwesten.
Daar is aanvoer van rivierwater een randvoorwaarde voor een estuarium.
Migratierivieren als eerste stap
Zeesluizen zijn er de eerste decennia nog niet. Een estuarium is dan ook toekomstmuziek.
Aanleg van migratierivieren, als tijdelijke of permanente oplossing, is nu al wel mogelijk. Verlenging van de stroomroute en het vergroten van de stromingsweerstand, door drempels, kribben en meanders, remmen er de stroomsnelheid.
Zo ontstaat er een geleidelijke overgang van zout naar zoet, die doortrek van vis mogelijk maakt.
Aan ene zijde hebben we dan te maken met een zout getijdenmilieu en aan de andere zijde van de migratierivier is het zoet en getijloos. Dit is vergelijkbaar met de geplande migratierivier bij de Afsluitdijk. Navolging van dit project ligt voor de hand.
Vraag naar nader onderzoek
Voor alle denkbare varianten van estuaria en migratierivieren, met en zonder zeesluizen in de Nieuwe Waterweg en met en zonder Westerscheldekering, zijn globale waterloopkundige berekeningen nodig.
Pas wanneer haalbaarheid, maatschappelijke en ecologische kosten en baten op een rij staan, kan met zorg gekozen worden voor één integraal plan van aanpak voor de Zuidwestelijke Delta in relatie tot een klimaatbestendig Nederland.
Bij estuaria is de balans tussen ruimte en water van belang. Voor een gezonde en samenhangende inrichting dient de noodzakelijke oppervlakteverkleining van de te verbinden wateren in de berekeningen voor de planvorming te worden meegenomen.
aldus W. Borm Adviesgroep Borm & Huijgens – integraal waterbeheer augustus 2015.
Noot redactie website:
Het is onbegrijpelijpelijk dat natuurvrienden en inwoners van Antwerpen niet kunnen begrijpen dat het groter maken van het wateroppervlak in de Westerschelde en Zeeschelde (Belgie) leidt tot grotere opstuwing van het water richting Antwerpen waar het niet verder kan. Eilanden voor de monding, omkaden van zandplaten zal verhinderen dat het zoute zeewater het kan winnen van de uitstroom van rivierwater, zodat een natuurlijke vaargeul ontstaat die minder zal meanderen.
- Category: Persbericht
- Written by Jo en Elly Everaert-Martens
Geachte redactie,
Er gebeurt veel aan planvorming op het gebied van waterbeheer. Denkt u maar eens aan ontpolderen zoals bij de Hedwige, de verzilting van onder meer het Volkerak, de plannen voor de Grevelingen en het Haringvliet, het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta en het Natura 2000 Beheerplan Deltawateren.
In onze ogen zijn dit plannen die min of meer op de verkeerde leest zijn geschoeid en die geen wezenlijke bijdrage leveren aan de hoofddoelen waterveiligheid, zoetwatervoorziening en milieu. Om dit duidelijk te maken bekijken we in het artikel “Zeegaten te ruim voor gezonde delta” de waterproblematiek vanuit historisch geografisch oogpunt en weerleggen voor de zuidwestelijke regio de huidige koers van het Deltaprogramma.
We hopen dat u tot publicatie van dit artikel overgaat.
Met vriendelijke groet,
Adviesgroep Borm & Huijgens
W. Borm, secretaris.
1
Zeegaten te ruim voor een gezonde delta
Als gevolg van menselijk handelen ontstonden zeegaten die eeuwenlang Nederland
bedreigden. De Zuiderzeewerken en de Deltawerken herstelden grotendeels onze
zwaar doorbroken kustlijn met dammen. Open gebleven gaten veroorzaken nog altijd
extreme waterbewegingen. De Westerschelde vergroot het getij met 50% bij
Antwerpen en door de Oosterscheldekering gaan zeer krachtige stromingen, die het
gehele zeegat voorzien van eb en vloed.Voor de gewenste ontwikkeling naar een
estuarium ontbreekt aanvoer van rivierwater en zijn de resterende en de voormalige
zeegaten te buitenproportioneel van oppervlak.
De Adviesgroep Borm en Huijgens vraagt zich af of een gezonde en samenhangende
inrichting van de Zuidwestelijke Delta nog wel mogelijk is.
W. Bilderdijk: Detail bestuurlijke indeling Nederland anno 1000 n. Chr.
Veel land verdronken
Tot in de Middeleeuwen kenden de Lage Landen een vrijwel aaneengesloten kustlijn.
Smalle estuaria van Maas, Schelde en Honte stroomden door het veengebied en mondden
uit in zee. Later zou de zee er veel land opslokken en hele gebieden verzilten.
Historisch geografisch bezien werd zeegatvorming mogelijk door buitensporige exploitatie
van veen, ontwatering en inklinking, verwaarlozing van dijken en inundaties in oorlogstijd.
Het gespaard gebleven landoppervlak kwam in de vorm van eilandpolders in zee te liggen.
Geteisterd door stormen en watersnoden hield Zeeland zich met wisselend succes boven
water (Luctor et Emergo). Enorme hoeveelheden zout water verplaatsten zich dagelijks door
2
de sterk gehavende kustlijn en schuurden de gaten zo ver uit, dat Nederland aan het zeegatgeweld ten onder dreigde te gaan.
Na de Zuiderzeevloed van 1916 werd eindelijk besloten om het grootste zeegat te sluiten.
In het zuidwesten nam men na de ramp van ’53 pas maatregelen.
Historische kaart Zeeland begin 16e eeuw.
Onjuiste aanpak waterproblemen
Onbedoeld gaf de mens aan de zee de ruimte om de kustlijn te doorbreken, de delta uit te hollen en het estuarium terug te dringen tot de Biesbosch en achter Antwerpen.
Het is verbazingwekkend dat er instanties zijn, die de ontstane gaten typeren als natuurlijke deltawateren en streven naar behoud, herstel en uitbreiding. Verdere verzilting wordt zelfs doorgedrukt! Het met open armen binnenhalen van zout en getijde, is naïef en tegengesteld aan wat in het verlengde van de Deltawerken zou moeten gebeuren.
Sinds 1970 is het zuidwesten vrijwel geheel afgesneden van rivierwateraanvoer en gaat de verzilting er gestadig voort. De situatie verergert met verdieping, ontpoldering, afgraving en het verbinden van de wateren.
Aanzienlijke projecten zijn nog altijd op de verkeerde leest geschoeid.
Hierdoor verliezen de overheid en de natuurbescherming veel aan geloofwaardigheid.
Preventief Deltaprogramma gewenst
Ons land ligt ten opzichte van de zee lager dan ooit en heeft dan ook een zwaar kunstmatige waterhuishouding met dijken, sloten en gemalen. Maar de relatieve bodemdaling gaat voort.
Om het “Waterschap Nederland” blijvend te beschermen tegen de gevaren van de zee en de rivieren, zijn respectievelijk een afsluitbare en stevige kustlijn en een maximale noodberging vereist. Alleen een preventief Deltaprogramma, dat streeft naar waterveiligheid en zoetwatervoorziening en dat de Deltawerken compleet maakt, herstelt het vertrouwen.
3
Toekomstkansen voor estuaria
Bij een inrichtingsplan voor de Zuidwestelijke Delta vormen de grote structurele systeemmaatregelen de basis. Procesnatuur volgt de waterloopkundige sturing vanzelf.
De fysische natuur bepaalt de levende natuur en niet andersom.
Het ruime zeegat Westerschelde kan pas een estuarien karakter krijgen na realisatie van een dam met kering in de monding of door forse verkleining van het met zee verbonden wateroppervlak, het liefst tot dicht tegen de stroomgeulen. De overige plannen voor estuaria kampen eveneens met veel te grote wateroppervlakten. Bij een open verbinding tussen Oosterschelde en Grevelingen of Volkerak ondermijnt de toename van de stroomsnelheden het evenwicht. Ook de Kier in de Haringvlietdam maakt de droom niet waar. Een estuarium is alleen mogelijk bij oppervlaktevermindering. Dit kan aanvangen met het omkaden van hogere platen en de aanleg van grote zoetwaterbekkens. Natuurlijke verlanding zal dit in een later stadium voortzetten.
Het merendeel van het kostbare zoetwater verliezen we via de open Nieuwe Waterweg in zee en bij vloed stroomt het zout er de Maas op. Zeesluizen verhogen de waterveiligheid en zullen de bordjes voor de delta verhangen. De landelijke verzilting, die jaarlijks toeneemt met zo’n 10.000 hectare, kan dan met het beschikbare rivierwater worden gekeerd en de problemen met zoetwatervoorziening zijn eenvoudig op te lossen.
Het omslagpunt zee en rivieren verplaatst zich tevens van de risicovolle Drechtsteden naar het zuidwesten. Daar is aanvoer van rivierwater een randvoorwaarde voor een estuarium.
Migratierivieren als eerste stap
Zeesluizen zijn er de eerste decennia nog niet. Een estuarium is dan ook toekomstmuziek. Aanleg van migratierivieren, als tijdelijke of permanente oplossing, is nu al wel mogelijk. Verlenging van de stroomroute en het vergroten van de stromingsweerstand, door drempels, kribben en meanders, remmen er de stroomsnelheid. Zo ontstaat er een geleidelijke overgang van zout naar zoet, die doortrek van vis mogelijk maakt. Aan ene zijde hebben we dan te maken met een zout getijdenmilieu en aan de andere zijde van de migratierivier is het zoet en getijloos. Dit is vergelijkbaar met de geplande migratierivier bij de Afsluitdijk. Navolging van dit project ligt voor de hand.
Vraag naar nader onderzoek
Voor alle denkbare varianten van estuaria en migratierivieren, met en zonder zeesluizen in de Nieuwe Waterweg en met en zonder Westerscheldekering, zijn globale waterloopkundige berekeningen nodig.
Pas wanneer haalbaarheid, maatschappelijke en ecologische kosten en baten op een rij staan, kan met zorg gekozen worden voor één integraal plan van aanpak voor de Zuidwestelijke Delta in relatie tot een klimaatbestendig Nederland.
Bij estuaria is de balans tussen ruimte en water van belang. Voor een gezonde en samenhangende inrichting dient de noodzakelijke oppervlakteverkleining van de te verbinden wateren in de berekeningen voor de planvorming te worden meegenomen.
W. Borm
Adviesgroep Borm & Huijgens – integraal waterbeheer augustus 2015
- Category: Persbericht
- Written by Jo en Elly Everaert-Martens
Geachte redactie,
Er gebeurt veel aan planvorming op het gebied van waterbeheer. Denkt u maar eens aan ontpolderen zoals bij de Hedwige, de verzilting van onder meer het Volkerak, de plannen voor de Grevelingen en het Haringvliet, het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta en het Natura 2000 Beheerplan Deltawateren.
In onze ogen zijn dit plannen die min of meer op de verkeerde leest zijn geschoeid en die geen wezenlijke bijdrage leveren aan de hoofddoelen waterveiligheid, zoetwatervoorziening en milieu. Om dit duidelijk te maken bekijken we in het artikel “Zeegaten te ruim voor gezonde delta” de waterproblematiek vanuit historisch geografisch oogpunt en weerleggen voor de zuidwestelijke regio de huidige koers van het Deltaprogramma.
We hopen dat u tot publicatie van dit artikel overgaat.
Met vriendelijke groet,
Adviesgroep Borm & Huijgens
W. Borm, secretaris.