In het boek “Dit is mijn Hof “van Chris de Stoop wordt de teloorgang beschreven van het duizendjarig cultuurgebied met zijn bewoners in de polders tussen de Nederlandse grens en het Waasland van Beveren, en Doel. Het Syrië van de Lage Landen. Ook hier worden mensen het leven onmogelijk gemaakt en verdreven van hun  geboortegrond . Kapot gemaakt wat generaties lang in duizend jaar is opgebouwd, ja, eeuwenlang.

In het hoofdstuk “De Razzia” in dat boek worden zijn broer en zijn moeder overvallen of ze misdadigers zijn: Helikopters hangen in de lucht, de politie heeft de boerderij omsingeld of ze moordenaars op het spoor zijn en controleurs jagen de beesten in de wei de stuipen op het lijf. In het  huis wordt de hele inboedel zonder enig respect overhoop gehaald. Men graait met vuile handen in het pas gewassen en gestreken linnengoed en respectloos haalt men de papieren van hun overleden vader uit de laden. Veel ervan belandt ook op de nog niet aangeveegde vloer..

Ik lees nu met instemming van de schrijver een kort fragment voor:  onderaan bladzijde 206 :CITAAT!
Ik herinner me dat hij die gemeen grijnzende inspecteur wel drie keer vroeg“ Wie heeft dan de politie op mijn dak gestuurd “. “Mest beter uw eigen stal uit”, zei de controleur dreigend, “Scary Man! Toen riep mijn bejaarde moeder met krakende stem iets wat ik mijn leven lang niet zal vergeten…:”Ge moogt alles onderzoeken, ge moogt boetes geven, maar ge moogt niet iemand zijn eer afpakken!”De inspecteur keek haar perplex aan.

Toen de controleurs vertrokken, begon mijn broer zijn beesten te voederen alsof zijn leven ervan afhing.
Hij zette in de voederstal maïs en meel klaar voor de volgende morgen. Hij inspecteerde de wei,waar de rust was weergekeerd. Hij deed in de schemer de laatste ronde om te zien of alle deuren en hekken vergrendeld waren. Daarna zat hij zich dood te roken op zijn zwarte sofa. Ik zag dat hij helemaal uit zijn doen was.Hij was diep geraakt en gekraakt.

Korte tijd later kwam er weer een controleur. Hij keek de oormerken en registers na en kwam tot de vaststelling dat een zojuist aangekocht rund nog niet was ingeschreven. Mijn broer zei dat hij dat in alle commotie vergeten was en maakte het snel in orde. De controleur stemde er in mee in. Toch kwam er daarna een brief dat mijn broer als sanctie alle zoogkoeienpremies voor het hele jaar verloor. Het ging over duizenden euro’s ,voor één administratief foutje.

“Het is toch zo?” schokschouderde hij tijdens mijn traditionele zondagsbezoek. ”Het is zo,” zei ik. Hij staarde naar buiten en trok aan zijn sigaret.Ik volgde  de rook die omhoog kringelde langs een gele, kleverige vliegenvanger, waaraan insecten hingen te wriemelen en te sterven. Het was alsof hij meer rookte dan ademhaalde. “Zeg nu zelf”, zei hij. Ik zweeg. “Zeg nu zelf, ze willen ons kapot maken”. Ik knikte. Het was d’r op of d’r onder.Hij was het helemaal zat.
Punt. Uit.  Einde citaat. 
Kort daarop stapte ook zijn broer uit het leven.

Op de hoogte blijven