"Een stormvloedkering in de Westerschelde is op termijn onontkoombaar.
De vraag is alleen nog maar wanneer en hoe"?

De tendens die men overal in de wereld waarneemt is een verschuiving van de havens naar de zee bij de toenemende scheepsgrootte.De geschiedenis leert bijvoorbeeld, dat pas na de stormvloed van 1916 het voorstel tot afsluiting van de Zuiderzee werd aanvaard. Er moest dus eerst een ramp plaats vinden.

Een multifunctionele waterkering (al of niet met sluizen??) in de monding van de Westerschelde biedt groeikansen voor Vlaamse en Zeeuwse havens met een buitengaatse zeecontainerterminal met transshipment naar de kleinere zeeschepen en binnenvaart.

De zeer grote containerschepen  moeten hun vracht, gesplitst naar bestemming Antwerpen - Terneuzen - Gent - Parijs, Vlissingen, Zeebrugge, lossen op het daarvoor bestemde deel van de nieuwe terminal die in diep water aan de zee ligt zoals nu al aan de Nieuwe Maasvlakte bij Rotterdam·
Met speciale “varende transportcassettes” die in lengtes van 600 à 800 meter worden gekoppeld kunnen dan  door een sleepboot met hoge snelheid,  als een  varende trein naar de binnenlandse havens worden getransporteerd zoals Antwerpen Terneuzen, Gent Zeebrugge en Parijs.
Om deze bakken  te lossen / laden zijn geen grote ship-to-shore kranen meer nodig; dat betekent grote operationele besparingen en hoge snelheden.·
De huidige containerzeeschepen van 6.000 tot 10.000 TEU blijven desgewenst gewoon over de Westerschelde naar Antwerpen varen (al dan niet door schutsluizen, afhankelijk van de totale oplossing).
Het voordeel met betrekking tot de hele grote schepen is dat alléén die containers naar en van Antwerpen worden vervoerd die daarvoor bestemd zijn.
Gebruikelijk blijft nu nog 40 à 50% van de containers zowel op de heenreis als terug over de Westerschelde aan boord. Dus energieverspilling.
Per saldo zullen er niet minder containers naar en van Antwerpen worden getransporteerd, dan zonder Westerscheldekering het geval zou zijn.
Voor de grootste schepen betekent het een tijdwinst van 8 uur heen- en 8 uur terugvaren en nog een extra tijdwinst door snellere terminaloperations.

Een ander heel belangrijk punt in het verhaal is dat de bestaande terminals in Antwerpen gefaseerd omgebouwd kunnen worden volgens ons NGICT-systeem, waardoor op dezelfde ruimte een bijna dubbele capaciteit behaald kan worden. Daarom zal er ook in de komende 50 jaar geen behoefte bestaan om het Saeftinge dok te realiseren, hetgeen ook een enorme financiële besparing oplevert.
HET OPOFFEREN VAN KOSTBARE LANDBOUWGROND ZAL DAN OOK GEZIEN WORDEN ALS KAPITAALSVERNIETIGING EN VOLKOMEN OVERBODIG!